Vrijwilligerswerk in 2009

Begin juni is het rapport “Vrijwilligerswerk en informele hulp in Rotterdam 2009” van het Centrum voor Onderzoek en Statistiek verschenen. Dit rapport geeft inzicht in de meest recente gegevens over vrijwilligerswerk in Rotterdam. Deze langlopende publicatiereeks is een van de belangrijkste bronnen van informatie over de toestand van het Rotterdamse vrijwilligersveld.

Die toestand in het kort:
Het percentage Rotterdammers dat vrijwilligerswerk doet was in 2009 30 %. Dit cijfer wijkt niet significant af van de gegevens van de vorige meting uit 2007, namelijk 31 %. Hiermee wordt de trend van een nagenoeg constant aandeel vrijwilligers ook in 2009 voortgezet. Voor de veelgehoorde klacht dat niemand meer iets voor een ander over heeft wordt in dit onderzoek dus geen bewijs gevonden. Sterker nog, de 140.000 vrijwilligers leverden samen in 2009 weer meer uren vrijwilligerswerk: 510.000 per week in 2009, in tegenstelling tot 470.000 in 2007.

Wie doen vrijwilligerswerk in Rotterdam?
Net als in voorgaande jaren blijkt dat mannen en vrouwen ongeveer evenveel aan vrijwilligerswerk doen. Jongeren tot 25 jaar doen met 26 % minder dan de andere leeftijdscategorieën met 31%. De deelname van jongeren neemt daarmee heel snel af. Verder werd ook het bekende verband tussen opleidingsniveau en het doen van vrijwilligerswerk weer bevestigd: 20% van de mensen met geen of alleen lager onderwijs doet aan vrijwilligerswerk. Van de hbo/universitair opgeleiden doet 41% vrijwilligerswerk. Hiermee wordt duidelijk dat het vasthouden en/of aantrekken van hoger opgeleiden niet alleen economisch, maar ook sociaal belangrijk is. Alleenstaande ouders zijn veel minder vrijwilligerswerk gaan doen in vergelijking met 2007.

Bij welke type organisaties wordt vrijwilligerswerk gedaan?
Net als in voorgaande jaren wordt het meeste vrijwilligerswerk gedaan in de sport (8 %), bij levenbeschouwelijke organisaties (8%), in de zorg (7 %)en bij het onderwijs (5 %).

Hoe zit het bij de verschillende deelgemeenten?
Op basis van metingen in 2007 en 2009 ontstaat het hieronder geschetste beeld, waarbij de onderzoekers de nodige voorbehouden aanbrengen voor wat betreft de grootte van sommige steekproeven.
Vrijwilligerswerk zit in de lift in Overschie, IJsselmonde, Charlois, Hoogvliet en Hoek van Holland. De overige deelgemeenten blijven gelijk of zakken.

Conclusie:
Het aantal vrijwilligers blijft constant, er worden meer uren vrijwilligerswerk geleverd. Jongeren en alleenstaande ouders haken steeds meer af.

Bron: Vrijwilligerswerk en informele hulp in Rotterdam 2009, Centrum voor onderzoek en statistiek, drs. P. de Graaf, mei 2010. Onderzoek in opdracht van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het rapport is te downloaden van www.cos.rotterdam.nl of van www.inz.nl.

Delen helpt!
Dit bericht is geplaatst in vrijwilligerswerk, wetenschap met de tags , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *